Peter.jpg

Op deze plek geef ik mijn persoonlijke visie op de actualiteit en de maatschappij. Dit vanuit de overtuiging dat we als individu een onmisbaar onderdeel zijn van die maatschappij. De individuele bijdrage aan het maatschappelijk debat is in wezen dus een morele verplichting. 

Mijn persoonlijke spelregels: Wees eerlijk in je analyse en genuanceerd in je oordeel. Maar blijf kritisch ten aanzien van de realiteit, eigenbelang is immers dat wat de meesten van ons drijft.


dienstencheques in de storm

Jan Denys maakt het nog eens goed duidelijk. Het is niet omdat een systeem aan revisie toe is, dat je het maar meteen moet afschaffen. Fundamenteel draait het om het veel ruimer debat over loonkosten en minimumlonen.

Hoe meer ik naar onze samenleving kijk, des te meer bekruipt me het gevoel dat we als een hond achter onze eigen staart lopen. Dat we van het ene naar het andere brandje hollen, niet beseffend dat de volgende brand wordt veroorzaakt door de gensters van de huidige brand. 

Wanneer laaggeschoolde arbeid door minimumlonen en hoge loonlasten zichzelf uit de markt prijst zijn er - in de markt van huishoudhulp - drie scenario's ter beschikking. Dat legt Jan op verhelderende wijze uit in zijn opiniestuk. Het pre-dienstencheque tijdperk illustreert dat optie 1 (het zelf doen) en vooral optie drie (zwarte poetshulp) het pleit zullen winnen.

In het geval van optie 1 lijken er op het eerste zicht geen potten gebroken. Tenzij er een aantal mensen zijn die nu bvb voltijds werken omdat ze hun huishoudelijke taken betaalbaar kunnen uitbesteden!  Op die manier dragen ze bij aan het verbreden van de basis waarop ons sociaal bestel gebouwd is. Dienstencheques kunnen dus INDIRECT bijdragen aan het activeren van (deels) inactieven. Een effect dat wellicht verder onderzoek verdient omdat het misschien wel significant financieel bijdraagt aan het systeem.

In het geval van optie 2 is het duidelijk. Zwartwerk ondermijnt per definitie de maatschappelijke solidariteit en creëert voor de betrokkenen (zowel werknemer als werkgever, of eerder opdrachtgever) een onzekere en risicovolle situatie.  

Zoals Jan het echter stelt, weinig gezinnen zullen bereid zijn om 20 euro per uur te betalen aan huishoudhulp. Vraag en aanbod vinden elkaar nog steeds in een gemeenschappelijke prijs. Als deze prijs gevoelig hoger ligt dan de elasticiteit van de vraag, droogt de markt in zijn huidige vorm op. In principe is de prijs die tot stand komt op een zwarte markt de beste indicator van de betalingsbereidheid voor en leverbereidheid van een dienst. 

Dus, ofwel aanvaarden we het systeem van dienstencheques als elegante oplossing en houden we het betaalbaar voor de gebruiker, ofwel kiezen we terug voor de risico's en kost van een zwartwerk circuit.

Een derde optie is uiteraard ons fiscaal en parafiscaal systeem herbekijken, inclusief de  discriminerende grens voor minimumlonen. Maar met de reden voor de massale mobilisatie voor rode donderdag in het achterhoofd, blijft de oplossing met dienstencheques veruit de beste, zelfs 'best practice' volgens de Internationale Arbeidsorganisatie en de Europese Commissie